- bezet
- {{bezet}}{{/term}}1 [met betrekking tot een ruimte] occupied ⇒ 〈plaats ook〉 taken2 [met betrekking tot tijd] taken up ⇒ occupied, busy3 [met betrekking tot personen] engaged ⇒ occupied, busy4 [met betrekking tot een gebouw/gebied/land] occupied♦voorbeelden:1 alle plaatsen zijn bezet • all places are occupied/takengeheel bezet • 〈trein, hotel〉 full (up)tot de laatste plaats bezet • filled to capacity2 mijn tijd is bezet • my time is taken upeen druk bezet leven leiden • lead a busy life3 ik ben bezet • I am busyben je vanavond bezet? • are you doing anything this evening?4 bezet gebied • occupied territory¶ de lijn is bezet • 〈telefoon〉 the line is engaged
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.